Trefwoord Archief | Pensioensparen

Pensioensparen: keuze uit 2 fiscale maximumbedragen

Door de indexatie in 2019 kunnen pensioenspaarders  kiezen tussen 2 fiscale maximumbedragen: het fiscale plafond van 980 euro met een fiscaal voordeel van 30 % of het fiscale plafond van 1.260 euro met een fiscaal voordeel van 25 %.

Wat is duaal pensioensparen

Voortaan kan u jaarlijks een keuze maken omtrent zijn fiscaliteit voor uw pensioenspaarplan.

1/ u kiest voor een jaarlijks spaarbedrag kleiner of gelijk aan het fiscale maximum van 980 EUR. In dit geval geniet u een belastingvermindering op de spaarpremie van 30%.

2/ of u kiest voor een spaarbedrag hoger dan 980 EUR, tot maximum 1 260 EUR. In dit geval geniet u een belastingvermindering op de spaarpremie van 25%. Die uitdrukkelijke keuze om meer dan 960 EUR te sparen zal elk jaar opnieuw door de cliënt moeten gemaakt worden.

Lagere bedragen dan 1.260 EUR kunnen immers resulteren in een lager fiscaal voordeel dan bij het fiscale regime van 30%. Daarom adviseren we om steeds het fiscale maximumbedrag te kiezen. Door te opteren voor het maximale jaarlijkse bedrag van 1.260 euro verhogen de toekomstig aanvullend pensioenkapitaal aanzienlijk.

Wat is mijn fiscaal voordeel?

  • Stortingen tot 980,00 euro genieten een belastingvermindering van 30% op het volledige bedrag (maximaal 294 euro + gemeentebelasting).
  • Stortingen boven 980,00 euro genieten een belastingvermindering van 25% op het volledige bedrag (maximaal 35,00 euro + gemeentebelasting).

Welke voorwaarden gelden er?

  • Verzekeringnemer = de verzekerde
  • De stortingen moet definitief zijn en in de Europese Economische Ruimte (EER) gedaan zijn.
  • Per jaar mag er slechts op 1 pensioenspaarverzekering of pensioenspaarrekening gestort worden.
  • Een bank of verzekeringsmaatschappij mag per belastingplichtige slechts 1 rekening of verzekering afsluiten.
  • Aanvangsleeftijd: de polis moet worden afgesloten vóór het jaar waarin de verzekeringnemer de leeftijd van 65 jaar bereikt.
  • De levensverzekering moet zijn afgesloten om een rente of kapitaal op te bouwen bij leven en/of bij overlijden.
  • Looptijd contract: minimum 10 jaar.

Belasting op uitkeringen

  • Geen taks op toegekende winstdeling.
  • Levensverzekering afgesloten voor 55 jaar: Bij uitkering op einddatum (of afkoop na 60 jaar) wordt een anticipatieve taks van 8,00% geheven door de verzekeraar op de 60ste verjaardag van de verzekerde. De anticipatieve taks heeft een bevrijdend karakter.
  • Levensverzekering afgesloten (of verhoogd) vanaf 55 jaar: Bij uitkering op einddatum wordt een anticipatieve taks van 8,00% geheven door de verzekeraar op de 10de verjaardag van de polis. De anticipatieve taks heeft een bevrijdend karakter. Het tarief van 8,00% is eveneens van toepassing bij uitkering voor de 10de verjaardag van de polis en na 60 jaar, maar enkel in geval van werkloosheid met bedrijfstoeslag (‘brugpensioen’), pensionering op de normale datum of in de 5 jaar voordien. Indien niet aan die voorwaarden voldaan is, bedraagt het tarief 33%.
  • Een gedeeltelijke of volledige afkoop voor 60 jaar is fiscaal nadelig aangezien een bedrijfsvoorheffing van 33% (te verhogen met de gemeentebelasting) verschuldigd is. Deze wordt door de verzekeraar afgehouden en via de personenbelasting verrekend.

Voor meer vragen of info maak uw afspraak: bel 03/296 68 65 of kom langs tijdens onze openingsuren.  

 

Lees het volledige bericht

Pensioensparen 2018: indexatie bedragen en nieuw systeem

De regering besloot het bedrag voor pensioensparen in 2018 opnieuw te indexeren. Dit jaar is er ook iets nieuws. De media hebben het er al uitvoerig over gehad: vanaf dit jaar zou het mogelijk zijn om een hoger bedrag te storten voor pensioensparen.

Indexering in 2018

Vanaf 2018 stijgt dat bedrag door de indexering tot 960 euro. U kan dan nog steeds genieten van een vermindering van 30 % via uw personenbelasting, goed voor een fiscaal voordeel van 288 euro.

Binnenkort  krijgt u de kans uw polis in die te optimaliseren. U ontvangt hiervoor nog een bericht tot indexering.

De wetgever werkt aan een tweede systeem

We verwachten dat de wetgever binnenkort een tweede systeem voor het pensioensparen zal invoeren waarbij u tot 1.230 euro zal kunnen sparen. Wie in 2018 in totaal meer dan 960 euro stort, krijgt een fiscaal voordeel van 25 % in plaats van 30 %. Wie het volledige bedrag van 1.230 euro spaart, krijgt dan een vermindering van 307,50 euro in hun personenbelasting.

Dat tweede systeem is nog niet definitief.

Wij volgen alles nauwgezet op en zullen u informeren over de details na de stemming in de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Als je nog vragen hebt hierover, aarzel dan niet om me te contacteren: bel 03/296 68 65 of stuur een e-mail info@vanuytfange.be

Lees het volledige bericht

Wat zijn de gevolgen van de pensioenhervorming onder Michel 1 ?

De wettelijke pensioenen zijn voor de staat een kost die ieder jaar met 4,5 % toeneemt, dit is meer dan de inflatie en de economische groei samen. Sinds eind 2011 en vanuit deze alarmerende vaststelling, hebben de opeenvolgende ministers van Pensioenen hervormingen doorgevoerd met het oog op het verzekeren van het voortbestaan van het pensioenstelsel.

Deze hervormingen worden in de toekomst voorzien:

  • Verhogen van de pensioenleeftijd;
  • Invoeren van een puntensysteem voor de pensioenberekening (2030);
  • Afschaffen van de pensioenbonus;
  • Openstellen van de aanvullende verzekering tot de zelfstandigen-natuurlijke personen;
  • Verlagen van de eindbelasting op het pensioensparen;
  • Bevriezen van het maximaal aftrekbare bedrag voor pensioensparen.

Merk op dat deze regeringsvoorstellen tot hier toe nog niet allemaal werden goedgekeurd.

Wettelijk pensioen (1ste pijler)

Vervroegd pensioen

Tussen 2012 en 2016 stijgen de voorwaarden om met vervroegd pensioen te gaan van 60 naar 62 jaar en van 35 naar 40 loopbaanjaren, en dat zowel in de privé- als in de overheidssector.

Voorwaarden voor het vervroegd pensioen:

Datum Minimumleeftijd Loopbaanvoorwaarden* 
2012 60 jaar 35 jaar
2013 60,5 jaar 38 jaar
2014 61 jaar 39 jaar
2015 61,5 jaar 40 jaar
2016 62 jaar 40 jaar

* inclusief de gelijkgestelde periodes zoals ziekte, brugpensioen en werkloosheid

 

 

De wetgever voorziet echter in verschillende overgangsmaatregelen voor de personen die binnenkort de huidig toegelaten pensioenleeftijd bereiken.

In de regering Michel zet de minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine de hervormingen voort om geleidelijk het vervroegd pensioen op 63 jaar en 42 loopbaanjaren te brengen (uitgezonderd de lange loopbanen en de zware beroepen).

Wettelijk pensioen

Op langere termijn zou de wettelijke pensioenleeftijd eveneens moeten opgetrokken worden tot 66 jaar in 2025 en 67 jaar in 2030. Hoewel slechts 10 % van de bevolking werkt tot de wettelijke pensioenleeftijd, is het belangrijk een zekere speling te behouden tussen het vervroegd pensioen en het wettelijk pensioen.

Berekening van het pensioen

De regering wil vóór 2030 een nieuw puntensysteem invoeren voor de berekening van het pensioen. De berekening zou er als volgt uitzien: pensioen = (aantal punten) x (waarde van het punt).

Volgens het regeerakkoord:

  • Hangt het aantal punten af “van de verhouding tussen de eigen beroepsinkomsten of het eigen arbeidsloon en het gemiddelde arbeidsloon van de actieven in het eigen stelsel en van de lengte van de eigen loopbaan ten opzichte van de referentieloopbaan in het eigen stelsel.”
  • De waarde van het punt is afhankelijk van het gemiddelde arbeidsinkomen van de actieven op het moment van de opname van het pensioen.

Pensioenbonus

De pensioenbonus, ten voordele van de loontrekkenden die blijven werken terwijl ze de arbeidsmarkt zouden mogen verlaten, werd op 1 januari 2015 afgeschaft voor diegenen die op die datum niet aan de voorwaarden voldeden om die bonus op te bouwen. De oude regels blijven behouden voor diegenen die een pensioenbonus opgebouwd hebben tot 31 december 2014.

Aanvullende verzekering (2de pijler)

De fiscale behandeling van de betaling van de tweede pijler in een rente zou gelijkgeschakeld moeten worden met die van de uitbetaling in kapitaal. Volgens het regeerakkoord zouden de bestaande fiscale voordelen niet verminderd worden.

De regering wil eveneens de mogelijkheid creëren, voor de zelfstandigen-natuurlijke personen om een aanvullend pensioen van de 2de pijler te onderschrijven, naar het voorbeeld van dat voor de zelfstandige bedrijfsleiders (Individuele Pensioentoezegging).

Pensioensparen (3de pijler)

Vermindering van de eindbelasting

De regering wil het pensioensparen in de 3de pijler verder blijven aanmoedigen: de bestaande heffing op het pensioensparen zou verlaagd worden van 10 % naar 8 %. De verminderde heffing zou echter vervroegd worden ingehouden en gespreid worden over meerdere jaren.

Bevriezing van het aftrekbaar bedrag

Het maximaal aftrekbaar bedrag is gelijk aan 940 euro in 2014, in plaats van 950 euro. Dat bedrag blijft ook in 2015 (aanslagjaar 2016) van toepassing. 

 

Lees het volledige bericht